Een museum over lego aan de Legolaan in Grootegast. In een pand dat ooit gebruikt is door LEGO Nederland. Mooier kan het niet als het aan Richard Topelen en Martin Turksema ligt. Zij zijn er donderdag druk aan het klussen. Het museum dat de naam Legiomuseum gaat dragen, wordt volgens Topelen echt iets unieks. “We gaan een miniatuurstad bouwen, er komt een bioscoop en we bouwen modellen in de modelbouwruimte. We willen dat mensen hier met een wow-gevoel weer vandaan komen.”

Het is voor Richard Topelen een droom die uitkomt. Hij liep al langer rond met de plannen voor een museum over lego en verzamelde sindsdien alles wat maar met lego te maken had. “Ik heb bijna voor 150.000 euro aan lego,” schat hij. Dat hij veel van zijn verzamelde werk kwijt kan in een museum in Grootegast vindt hij fantastisch. “En vooral de locatie, dat dit pand vroeger van LEGO Nederland was, maakt het natuurlijk helemaal speciaal.”

Dat het om een pand gaat met een legogeschiedenis wordt bij binnenkomst al duidelijk. Twee grote legoblokken hangen boven de ingang. En op het raam is een grote sticker van een legopoppetje geplakt. “Dat is een klussertje. En wij zijn nu ook aan het klussen” lacht Topelen. “Die hebben we er zelf op geplakt hoor. Maar daar aan de muur hangt nog echt iets authentieks,” zegt hij. De klusser wijst naar een bordje aan de muur. “Dat bordje hangt er nog van 1976. Toen heeft Prins Claus het verbouwde gedeelte van dit pand van LEGO Nederland geopend.”

Dat LEGO Nederland vroeger in dit pand zat, is te danken aan de burgemeester van Grootegast vertelt Topelen. “In Nederland zijn ze in 1957 in Haren begonnen met de verkoop van lego in Nederland. Op een gegeven moment moesten de verkopers op zoek naar een ander pand. De burgemeester van Grootegast schreef toen in een brief aan lego dat er in Grootegast nog een pand vrij was. In 1963 zijn ze daar toen ingetrokken. En dat is dus dit gebouw,” vertelt Topelen enthousiast.

De plannen voor een museum waren er al in december 2014, maar toen moest er nog een geschikte locatie worden gevonden. Op 14 september van dit jaar kregen we de sleutel, vertelt Topelen. Sindsdien helpen vijf bestuursleden van het museum en een stuk of 30 á 35 vrijwilligers mee met het opknappen van het pand. Daarbij proberen ze veel dingen weer in de oude glorie van vroeger te herstellen. “Op de plaats waar vroeger het restaurant van LEGO Nederland was, maken we nu weer een restaurant. En de ruimte waar zij legomodellen bouwden, gebruiken wij ook weer om modellen te bouwen,” zegt Topelen terwijl hij de ruimte laat zien. “Kijk, het bordje modelbouwruimte hangt nog boven de deur.”

Oud-werknemer van LEGO Nederland, de in Grootegast wonende Klaas Sportel, is één van de bestuursleden van het museum. Voor het eerst sinds 1996 zette hij weer voet in het pand waar hij vroeger werkte als hoofd verkoopservice. “Ik schrok nogal van wat ik zag. Ik herkende weinig meer van het oude legogebeuren. Veel contouren kende ik nog wel, zoals de blokken boven de entree. Maar ik vind het ontzettend leuk dat het museum in dit pand komt. Ik kan mijn kennis van lego inbrengen. En wat we willen met het museum is echt uniek. Er is daarmee niets vergelijkbaars in Nederland.”

Het gaat in totaal om vier ruimtes, vertelt Topelen. “De bioscoopzaal, de modelbouwruimte, het restaurant en de museumzaal. In de museumzaal komt een miniatuurstad te staan. Met in eerste instantie allemaal gebouwen uit Friesland, Groningen en Drenthe.” Topelen schat dat er zo’n acht -tot tienduizend bezoekers naar het museum komen in het eerste jaar. “We hopen dat dat er meer worden en dat we ook landelijk publiek gaan trekken.”

In de voorjaarsvakantie moeten de deuren van het Legiomuseum opengaan. “Maar dat is nog onder voorbehoud. Het ligt er ook aan hoe snel we dingen voor elkaar krijgen. Tot nu toe hebben we nog niks uitgegeven en alles gesponsord gekregen. Zo levert de plaatselijke schilder ons verf. En de plaatselijke hovenier uit Grootegast wil het groenonderhoud aan de tuin doen. Ook komen mensen spontaan aanlopen met dozen lego. Dat zijn niet alleen mensen hier uit het dorp maar ook uit Delfzijl bijvoorbeeld. Zo krijg je van alles. Laatst gaf een inwoner uit Grootegast ons vijf kilo koffie voor de vrijwilligers, dat is echt prachtig.”