LEGO in Nederland |
In 2007 was LEGO 50 jaar in Nederland verkrijgbaar. Hoe begon dit alles eigenlijk? En waar was LEGO gevestigd? Dat lees je op deze pagina!
LEGO Nederland had, toen het in Haren gevestigd was, een onderzoeksafdeling in de stad Groningen. |
LEGO in Groningen |
LEGO Nederland uit Haren heeft ook geadverteerd met LEGO Nederland Groningen. Hieronder een afbeelding van een LEGO foldertje uit 1958, waarop staat: LEGO - Groningen - Holland. Hoe dit precies zit is niet helemaal duidelijk, het zou kunnen dat de heer van der Meer van LEGO Nederland het bedrijf vanuit zijn opslagplaats in Groningen runde. Maar dat is slechts een aanname. Klik op de afbeelding om deze te vergroten en te openen in een nieuw venster. Dat er een N.V. LEGO Nederland Ontwikkeling heeft bestaan werd ons pas duidelijk toen we onderstaande personeelsadvertentie tegenkwamen in het Nieuwsblad van het Noorden van 14 november 1961 (pagina 08). In juli 1961 stond er een soortgelijke advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden, maar dan nog onder de naam van N.V. LEGO Nederland in Haren.
05-07-1961 Nieuwsblad van het Noorden pagina 16 We doken in de archieven van de Kamer van Koophandel Groningen en haar voorgangers in de Groninger Archieven, maar vonden geen dossier van de N.V. LEGO Nederland Ontwikkeling. We gaven niet op en zochten verder. Uiteindelijk vonden we in het archief van de Gemeente Groningen twee milieu/hinderwet vergunningen en een bouwtekening van het pand van de N.V. LEGO Nederland Ontwikkeling. Het gaat om het verzoek tot het oprichten, in werking brengen en in werking houden van een research laboratorium aan de Peizerweg in Groningen. Het verzoek is gedateerd op 08 oktober 1962.
Op een tweede pagina staat te lezen welke apparaten er allemaal in de werkplaats aanwezig waren: 1. elektromotor (1 1/2 PK) voor het in werking brengen van een draaibank 2. elektromotor (2 PK) voor het in werking brengen van een freesmachine 3. elektromotor (2 PK) voor het in werking brengen van een schaafbank 4. elektromotor (1 PK) voor het in werking brengen van een boormachine 5. elektromotor (1/3 PK)voor het in werking brengen van een zaagmachine 6. elektromotor (1 1/2 PK) voor het in werking brengen van een compressor en elektromotor (10 Pk) voor het in werking brengen van een spuitgietmachine
Dit laatste geeft aan dat er in Groningen LEGO steentjes zijn gemaakt. Hier komen we verderop op deze pagina op terug.
In het dossier in het bezit van de Gemeente Groningen staat chronologisch het volgende te lezen:
08-10-1962: N.V. LEGO Ontwikkeling stuurt de Gemeente Groningen haar verzoek tot het in werkingstelling van een research laboratorium op 8 oktober 1962.
17-10-1962: De Heer ir. Fliers van de dienst der stadsuitbreiding en volkshuisvesting te Groningen ontving een brief van de Gemeente Groningen waarin stond dat de Gemeente Groningen een lijst van de eigenaars en gebruikers van der percelen die grensden aan dat van de N.V. LEGO Nederland Ontwikkeling wilde ontvangen.
05-11-1962: Het College van Burgemeesters en Wethouders van de Gemeente Groningen ontvangt de lijst met eigenaren en gebruikers van de omliggende percelen van de Dienst der stadsuitbreiding en volkshuisvesting.
27-12-1962: De heer ir. Fliers van stadshuisvesting ontvangt een brief van de Gemeente Groningen waarin de gemeente aankondigt dat de eigenaren van de omliggende percelen een brief hebben ontvangen met daarin het verzoek van de N.V. LEGO Nederland Ontwikkeling en het recht aan een ieder om, binnen tien dagen na dagtekening van de brief, bezwaren in te brengen bij de gemeente.
28-12-1962: De eigenaren van de omliggende percelen ontvangen de brief met daarin het verzoek van de N.V. LEGO Nederland Ontwikkeling en het recht aan een ieder om, binnen tien dagen na dagtekening van de brief, bezwaren in te brengen bij de gemeente.
11-01-1963: De Gemeente Groningen stuurt dhr. ir. Fliers een brief met de vraag of de hinderwetvergunning kan worden afgegeven.
20-02-1963: Dhr. ir. Fliers stuurt het College van Burgemeester en Wethouders een brief met daarin het bericht dat er geen bezwaren zijn ingediend tegen de vergunning, en dat deze dus kan worden verleend.
15-03-1963: Er is besloten een hinderwetvergunning af te geven.
01-04-1963: Het College van Burgemeester en Wethouders krijgt een brief van dhr. van Vuur van de Dienst der stadsuitbreiding en volkshuisvesting dat er een onderzoek is ingesteld naar de hinderwetvergunning en de naleving hiervan, en dat er geen onregelmatigheden zijn opgedoken.
In de stukken van de Gemeente Groningen is ook een bouwtekening toegevoegd. Deze zie je in gedeelten hieronder.
Deze bouwtekeningen laten de buitenkanten van het gebouw zien. De oostgevel ontbreekt op de tekening.
De plattegrond laat de indeling van het gebouw zien. Via de naar buiten stekende ingang kwam men in een halletje. Deze had een doorgang naar de garderobe, een deur naar het laboratorium en een deur naar de werkplaats. Vanuit de garderobe zijn het kantoor en het toilet te bereiken. Vanuit het kantoor leidt er ook een deur naar zowel de werkplaats als het laboratorium. Het laboratorium heeft een afgesloten meetkamer en een afgesloten klimaatkamer. Verder is het C.V.-hok achterin het laboratorium gesitueerd. Het gebouw is 24,66 meter lang en 10,14 meter breed en 3,66 meter hoog. De machines die zijn vermeld op de aanvraag voor de hinderwetvergunning zien we ook terug op de tekening.
In de werkplaats heeft men de beschikking over: 1. een draaibank 2. een freesmachine 3. een schaafbank 4. een boormachine en 5. een zaagmachine
In het C.V.-hok achter in het laboratorium staat een 6. compressor.
En in het Laboratorium staat 7. een spuitgietmachine.
Uit krantenartikelen (Telegraaf zaterdag 28 juli 2007) en informatie op de gratis LEGO kalender uit 2007 (ter gelegenheid van het 50 jarig bestaan van LEGO in Nederland hebben we het volgende kunnen achterhalen: De heer Jan Hendrik van der Meer (overleden in 2010) was de allereerste Nederlandse LEGO importeur: „Mijn zwager Koert Lameris had een plastic spuitgieterij. LEGO klopte in 1956 bij hem aan of hij de steentjes wilde importeren. Daar had hij geen zin in: 'Ik ben gieter, geen handelaar, dan moet je bij mijn zwager Jan zijn!' zei hij. Ik vond het een aardig product en kon ook snel winkeliers vinden die het wilden verkopen. Alleen V&D, die zag er eerst geen brood in... Pas toen de vestiging in Den Haag ermee begon kwamen ze allemaal over de brug." Later begon Koert Lameris die in Groningen een plasticfabriek had op het gebied van de grondstoffen waarvan de bouwstenen gemaakt worden, een research afdeling in opdracht van LEGO. De LEGO bouwstenen worden overigens niet in Nederland, doch in Denemarken gemaakt en dit zal ook wel zo blijven, want daar woont de ontwerperinitiatiefnemer. Via een oproep in het Dagblad van het Noorden op vrijdag 19 juli kregen we veel prachtige reacties die ons weer verder hielpen bij onze zoektocht naar informatie over LEGO in Nederland. Deze oproep stond in de krant: Personen: die verhalen hebben over LEGO in Nederland, oud-werknemers van LEGO Nederland bv, of mensen die iets leuks van LEGO hebben en daarover willen vertellen. Tevens ben ik op zoek naar mensen die me meer kunnen vertellen over LEGO Nederland Ontwikkeling, het bedrijf was gevestigd aan de Peizerweg 140A in Groningen in 1961. Verder zoek ik Jan van der Meer of zijn familie, alsmede A.F.G. Avis, (voormalig directeur LEGO Nederland BV). Mevrouw Sprik-Zwaving en meneer Geerlings namen via de e-mail contact met ons op en vertelden het volgende over LEGO Nederland Ontwikkeling: "Ik (Sprik-Zwaveling, red.) werkte vanaf oktober 1959 bij de firma Lamaf in Groningen als secretaresse. Daardoor heb ik veel dingen meegekregen over de N.V. LEGO Nederland Ontwikkeling."
15-07-1959 Nieuwsblad van het Noorden "Ik (Geerlings, red.) kwam in 1954, toen was Lameris al enkele jaren actief met Lamaf, ik kwam in juli 1954 uit militaire dienst en toen werd ik boekhouder bij de firma Lamaf." Op 23-12-1960 stond te lezen in het Nieuwsblad van het Noorden dat de firma Lamaf een nieuw gebouw aan de Peizerweg in gebruik nam. Dit is de fabriek waar in 1961 de LEGO Ontwikkeling afdeling achter werd gebouwd.
"Het was ergens in 1956/1957 toen de heer Lameris op een beurs voor spuitgietmachines in Kopenhagen in contact kwam met de heer Godtfred Kirk Christiansen. De heer Lameris zat in het restaurant van de beurs en op een gegeven moment kwamen twee heren binnen. Het was redelijk vol in het restaurant, daarom vroegen de beide heren of ze bij de heer Lameris mochten komen zitten. Natuurlijk mocht dit en de heren kwamen in gesprek en de heer Lameris vertelde dat hij een bedrijf had waar ze allerlei onderdelen voor de auto-industrie maakten door middel van spuitgieten. De heer Christiansen vertelde dat hij speelgoed maakte door middel van spuitgieten. Tijdens het gesprek heeft de heer Christiansen de heer Lameris het voorstel gedaan om partner te worden en LEGO te importeren naar Nederland." "De heer Lameris vroeg de heer Christiansen om eens wat voorbeeld materiaal op te sturen naar Groningen. Aldus geschiedde en met de vrachtwagen van Van Gend en Loos kwam een week of twee later een doos met drie maquettes van LEGO. Maar deze maquettes waren een beetje beschadigd. De heer Lameris vroeg aan mij of ik de maquettes weer in elkaar wilde zetten, want hij wist dat ik veel met Meccano bezig was. Dat heb ik toen gedaan, en daardoor was ik eigenlijk de eerste Nederlander die met LEGO heeft gebouwd", zegt de heer Geerlings. Lamaf (Lameris Aparaten Fabriek) had ook een eigen gereedschapsafdeling waar ze spuitgietmatrijzen maakten en een afdeling waar ze de matrijzen na het spuitgieten weer schoonmaakten en de bramen en dergelijke verwijderden. Dit alles moet Christiansen goed in de oren hebben geklonken. Dhr. Lameris had op dat moment veel meer kennis van spuitgieten dan dhr. Kirk Christiansen, want hij was net van houten speelgoed overgestapt naar plastic bouwstenen. Hij vroeg ook aan dhr. Lameris of hij niet voor LEGO onderzoek wilde doen naar welke soort plastic het beste bij de steentjes paste. Lameris stemde daarin toe en hij begon later met de bouw van een bungalow achter zijn bestaande bedrijf (N.V. Lamaf Kunststoffen, Peizerweg 140), hier zou LEGO Nederland Ontwikkeling gevestigd worden en onderzoek doen naar allerlei soorten plastic voor de steentjes." "We hebben bij Lamaf zelfs nog een tijdje de matrijzen gemaakt voor LEGO. Ik denk dat ze er in Denemarken niet tegenaan konden om al die matrijzen te maken en dat wij dat daarom mochten doen", zegt de heer Geerlings.
De bungalow kreeg het adres Peizerweg 140a, en stond helemaal achteraan op het terrein. Op de kadastrale tekening van de bouwtekening die bij de aanvraag van de milieu/hinderwetvergunning zat, zie je dat de bungalow achteraan op het terrein van Lamaf staat. "De heer Lameris werkte als directeur een halve dag voor zijn eigen bedrijf en de andere helft van de dag voor N.V. LEGO Nederland Ontwikkeling. Dhr. Atema was financieel directeur van Lamaf. Toen de N.V. LEGO Nederland Ontwikkeling werd opgericht vroeg dhr. Atema of ik als secretaresse bij LEGO wilde werken. Omdat ik toen net getrouwd was besloot ik dit te doen, zodat ik halve dagen kon gaan werken. Ik ben in april 1963 getrouwd, dus ben ik waarschijnlijk in mei 1963 overgegaan naar LEGO", zegt mevrouw Sprik-Zwaving. "Per 1 november 1963 kwam ik in de WW."
"Het kwam geregeld voor dat we LEGO steentjes moesten testen. Ze gingen verschillende kunststoffen uitproberen: Welke zijn het beste, vormvast, bepaalde kleurstoffen. Een van de proeven die we dan deden was dat we enkele LEGO elementen op het platte dak van de bungalow legden. Die bleven er dan enkele maanden liggen. Daarna gingen we kijken of de steentjes er nog net zo uit zagen als toen we ze er neer legden. Op die manier konden we zien of het plastic kleurvast en vormvast was en of ze niet verweerden." "N.V. Lamaf had ook een afbraam-afdeling waar verstandelijk beperkte mensen werkten. Die moesten dan de spuitpuntjes van de plastic artikelen halen met een grote ijzerzaag en met mesjes."
Foto: Mogens Wahl "Dhr. Atema vloog geregeld met een vliegtuig van LEGO Denemarken vanaf vliegveld Eelde naar Billund naar het hoofdkantoor van LEGO. Na enige tijd operationeel te zijn geweest, werd in Billund besloten dat het onzin was om in Nederland onderzoek te doen naar plastic. Dat kon immers net zo goed in Denemarken, waar al die tijd ook al een onderzoeksafdeling gevestigd was. Het gehele bedrijf werd ontmanteld en alles werd naar Billund verhuisd. Alle medewerkers van de N.V. LEGO Nederland Ontwikkeling werden ontslagen. Dit moet aan het eind van 1963 (November) zijn geweest." "Na de sluiting van de N.V. LEGO Nederland Ontwikkeling in Groningen verhuisde N.V. LEGO Nederland van Haren naar Grootegast. En daar werd de heer Atema toen directeur." In een krantenartikel uit "Ons Noorden" van 2 december 1961 staat het volgende te lezen over LEGO Ontwikkeling in Groningen: "Passing en meten met LEGO in laboratorium. Het klinkt niet erg complimenteus, maar de ruk van een naaldhak met daarboven het gewicht van een normale vrouw is per vierkante centimeter net zo groot als de druk van een olifantspoot. Deskundigen hebben dat uitgerekend en een van degenen die met deze wetenschap geducht rekening houden is de heer J.M. Kluun van LEGO Nederland Ontwikkeling. Die afdeling Ontwikkeling bestaat nog maar zeer kort, althans in haar huidige vorm. "Uiteraard", zegt de heer Kluun, hebben ze zich in Denemarken van de oprichting van de fabriek af aan met de kwaliteitscontrole en wat daar bij hoort bezig gehouden. Maar het bedrijf groeide zo snel dat de mensen die met de controle belast waren voor ze het wisten bij het productieproces waren ingeschakeld. Tenslotte hebben ze de knoop doorgehakt en besloten die afdeling in Groningen te vestigen, ver genoeg bij het bedrijf vandaan om te voorkomen dat ze weer door het bedrijf zouden worden opgeslokt. Twee maanden geleden (september 1961) is het bescheiden gebouw aan de Peizerweg in Groningen betrokken. Er werken nu vier mensen en het is niet waarschijnlijk dat dit aantal in de naaste toekomst aanzienlijk zal worden uitgebreid. Hun werk draagt, als alle researcharbeid, een ietwat avontuurlijk en soms ongewoon karakter. Zo kan men bijvoorbeeld een volwassen kantoorjuffrouw betrappen terwijl ze toegewijd bezig is een bouwwerk uit LEGO steentjes in elkaar te zetten. Ook dat is research, want als het werkstuk klaar is wordt het aan de kant gezet en na een paar maanden komt iedereen kijken of het ook aan stevigheid heeft ingeboet. "Passing". Die stevigheid heeft alles te maken met "passing", een begrip dat in de gesprekken met de heer Kluun en de zijnen voortdurend terugkeert. Het raakt dan ook aan de basis van het systeem. 'De steentjes moeten vast genoeg op elkaar geklemd kunnen worden om te voorkomen dat een werkstuk in elkaar valt, maar ook weer niet zo vast, dat een kind ze niet meer van elkaar kan krijgen. Als je huizen of andere statische objecten bouwt is die passing niet zo belangrijk. Een huis valt maar zo niet in elkaar. Maar het wordt anders als de kinderen wagentjes of vliegtuigen gaan bouwen. Wat wij doen is onder andere proberen uit te vinden hoe ver je met die passing kunt en moet gaan'. In het magazijn van de afdeling ontwikkeling liggen steentjes van een kleur zoals ze in de handel niet verkrijgbaar zijn. Ze zijn niet in Denemarken maar aan de Peizerweg in Groningen vervaardigd. 'Zolang de fabriek bestaat hebben ze cellulose-acetaat als grondstof gebruikt', zegt de heer Kluun. Maar zoals u weet zijn er tientallen plasticsoorten en komen er elke dag nieuwe bij, In de maanden dat we nu bezig zijn hebben we al twaalf verschillende soorten geprobeerd. We maken er steentjes en andere onderdelen van die we dan uitgebreid gaan testen. Misschien komen we op die manier nog eens tot een materiaal dat beter is dan cellulose-acetaat.' Hij loopt naar het laboratorium waar enkele van die zelfgemaakte steentjes op een tafel liggen. Er naast staat en glazen bak met water en daarin drijven ook een paar steentjes. De heer Kluun opent de deur van een droogkast, waarin steentjes van hetzelfde materiaal bij een temperatuur van 50 graden Celsius worden bewaard. Over enkele weken zal blijken of het water of de warmte op de kwaliteit van invloed zijn geweest. 'De steentjes mogen geen water opnemen. Doen ze dat wel dan is dat onherroepelijk van invloed op de "passing"', zegt de heer Kluun. De warmteproeven worden genomen met het oog op een eventuele toekomstige export naar de tropen. Van alle eisen waaraan het materiaal moet voldoen staat de passing bovenaan. Dan komt er een hele poos niets en dan volgt pas de rest. Tot die rest behoort de eis dat de grondstof absoluut gifvrij moet zijn en in combinatie met speeksel ook geen gif mag doen ontstaan. "Test". De afdeling ontwikkeling beschikt over een eigen gereedschapmakerij waar experimentele gietvormen worden gemaakt ('We nemen ook proeven op het gebied van de fabricage') maar ook apparaten om de zelfgemaakte bouwsteentjes te testen. Die apparaten ontwerpt de technicus van het kwartet, de heer H.Sieben. Zijn eerste werkstuk is zojuist gereedgekomen: een apparaat dat voortdurend twee steentjes in elkaar past en weer los trekt. Een curve geeft aan, hoeveel kracht er telkens nodig is om de steentjes weer van elkaar te krijgen. 'Op die manier kunnen we nagaan wanneer de slijtage op de passing van invloed wordt en bij welke materialen die slijtage het eerst aan de dag treedt.', zegt de heer Sieben. En wat die naaldhakken betreft: in een kamer rondslingerende bouwsteentjes moeten de "olifantsdruk" van een naaldhak kunnen doorstaan, zonder te breken of hun model te verliezen. De heer Kluun neemt een steentje en gaat er op staan. Hij draagt geen naaldhakken, maar hij heeft toch een behoorlijk gewicht. Er gebeurt niets. Hij neemt een steentje van een concurrerend merk, gaat er eveneens op staan en toont, zonder leedvermaak, het resultaat. Het steentje is helemaal uit zijn fatsoen geraakt en blijk voor verder gebruik ongeschikt. 'Trouwens', zegt de heer Kluun 'de passing laat ook te wensen over....'" In de LEGO Inform uit november 1962 staan beide middenpagina's geheel in het teken van LEGO Ontwikkeling in Groningen. Hoewel de LEGO steentjes, waarmee de Nederlandse kinderen spelen, in Denemarken worden gemaakt, beschikt de N.V. LEGO Nederland aan de Peizerweg in Groningen over een eigen laboratorium, waar een materiaaldeskundige, een gereedschapsconstructeur en vier gereedschapsmakers, geassisteerd door een vrouwelijke administratieve kracht, een antwoord zoeken op de vraag of de LEGO steentjes nog verbeterd kunnen worden en of de fabricage methoden efficiënt genoeg zijn. Alle resultaten van dit onderzoekingswerk worden doorgegeven en besproken met Deense LEGO technici en wetenschapsmensen in Billund, die op hun beurt aan de Groningers vertellen, wat zij gevonden hebben. Hoewel er honderden kilometers tussen Billund en Groningen liggen, heeft er zich tussen de experts van beide nationaliteiten een boeiend samenspel ontwikkeld. Het Groningse team, ondergebracht in een laag gebouw dat huiselijk "De Bungalow" wordt genoemd, wordt geleid door de heer K.J. Lameris, technisch directeur van de N.V. LEGO Nederland, die LEGO in 1953 op een beurs in Kopenhagen ontdekte. De heer Lameris, die toen de stand van een op dat moment in Denemarken nog onbekende meneer Godtfred Christiansen was binnengestapt, bekeek de bouwsteentjes van alle kanten, bouwde er een torentje van en vroeg de Denen of hij ze in Nederland zou mogen maken. "We vinden het heel plezierig, dat u wat in LEGO ziet, maar we vragen u eerst nog wat geduld te hebben. We zijn nog te kort bezig. Laten we contact met elkaar houden", was het antwoord. Ongeveer twee jaar later vroeg de heer Christiansen aan de heer Lameris of hij LEGO in Nederland wilde importeren. "Het lijkt ons beter dat de productie bij ons blijft geconcentreerd", zei hij. De heer Lameris benaderde zijn eveneens in Groningen wonende zwager de heer J.H. van der Meer, directeur van een verkoop-organisatie, die de wegen baande voor LEGO's meteoorsnelle opmars. Andere grondstof? Het contact tussen de Groningse technicus en LEGO was daarmee niet verbroken. In het LEGO moederbedrijf in Billund was men er na latere bezoeken aan Nederland van overtuigd geraakt, dat de heer Lameris een opmerkelijke deskundigheid op het gebied van kunststoffen bezat, zodat hij in 1960 het verzoek kreeg een LEGO research afdeling in het leven te roepen. Aan de Peizerweg kan men nu mannen met alle mogelijke apparatuur bezig zien, die ter afwisseling ook wel eens op het dak klauteren om te controleren of er verkleuringen zijn opgetreden in de tientallen bontgekleurde plastic plaatjes die aan de zon, de nachtvorsten en de regen worden blootgesteld. Veel wordt geëxperimenteerd met een ingenieus apparaat, waarin bouwsteentjes op elkaar geplaatst en van elkaar getrokken worden, waarbij op een papierstrook wordt geregistreerd, welke kracht er voor nodig was. Men kan dan zwart op wit zien, hoe na lang gebruik de passing van de steentjes zal zijn. Veel aandacht wordt in Groningen ook geschonken aan het testen van nieuwe grondstoffen, die in korrelvorm van bijvoorbeeld de Staatsmijnen, de AKU of de Shell kunnen worden betrokken. De kunststoffen, met als voorloper het in 1869 door de Belgische meneer Baekeland gevonden celluloid en het voor het eerst in 1927 gefabriceerde bakeliet, zijn na de tweede wereldoorlog in vele variaties met dikwijls sterk wisselende eigenschappen, beschikbaar gekomen. De technici volgen nauwlettend wat er aan nieuws op de markt wordt gebracht. Het indertijd door LEGO gekozen cellulose-acetaat, waaruit de glanzende, kleurechte en verbluffende stevige steentjes worden gemaakt, kan in principe dan ook nog wel eens vervangen worden door een andere stof, wanneer die aan de goede eigenschappen tenminste nog nieuwe toevoegt. LEGO's materiaaldeskundige, de heer J.M. Kluun, die zonder dure instrumenten kan laten zien dat LEGO een unieke stevigheid bezit, door z'n volle lichaamsgewicht op een enkel achtnops-steentje te laten rusten, zonder dat er beschadigingen optreden, zei: "We zullen altijd aan die stevigheid blijven vasthouden, omdat de steentjes jaren mee moeten." Bij 'LEGO Nederland Ontwikkeling', waar men zich behalve met het testen van grondstoffen ook bezig houdt met het zoeken naar nieuwe spuitgiet-procédés en researchwerk op het gebied van de automatisering, wordt op een zeer breed front naar kwaliteitsverbetering gestreefd. Zo kwam bijvoorbeeld aan het licht, dat de grondplaten in de doosjes 227, 228 en 229, die vroeger aan de onderkant van vierkante gaatjes waren voorzien, aan elasticiteit zouden winnen, door toepassing van de buizenconstructie van de gewone steentjes. In de loop van de tijd zijn nog vele andere verbeteringen doorgevoerd en de speurders zullen blijven zoeken; daarmee verder bouwend aan LEGO's bijzondere reputatie.
De heer Lameris (Links) en de gereedschapsconstructeur de heer H. H. Sieben in gesprek over een technisch probleem.
De gereedschapsconstructeur de heer H. H. Sieben geeft precies aan hoe het door hem uitgedokterde instrument er uit moet zien.
Met dit ingenieuze, door LEGO technici ontworpen apparaat kan worden nagegaan, hoe op de lange duur de passing van de steentjes zal zijn.
Passen en meten! Precisiewerk.
Aan de Peizerweg in Groningen beschikt met over een machine, waarmee steentjes voor experimentele doeleinden worden gemaakt.
De modernste boor-frees-schaafmachines en draaibanken staan de
onderzoekers ten dienste.
Het gebouw van LEGO Nederland Ontwikkeling aan de Peizerweg in 2013. We namen een kijkje op de plek waar het gebouw van LEGO Nederland Ontwikkeling staat of heeft gestaan. Tot ons genoegen stond het gebouw er nog. Het staat erg verscholen achter een aantal bedrijfsgebouwen aan de Peizerweg 140 in Groningen. Het gebouw lijkt te worden bewoond, maar is erg slecht onderhouden. Rondom het gebouw is het erg rommelig. We hebben een drietal foto's gemaakt van hoe het gebouw er anno 2013 uitziet.
|
1996, LEGOLAND in Groningen996 |
^01-03-1996 Nieuwsblad van het Noorden |